In deze nieuwsbrief gaan we in op twee kleinere nieuwigheden die toch een grote impact kunnen hebben. Zowel op mens als op dier.
Gedaan met het hondenleven!
Dat een baasje zijn hond doodgraag ziet en een kattenliefhebber door het vuur zou gaan voor zijn huisdier weet iedereen. Wat je misschien niet wist is dat je geliefde huisdier, volgens het oude goederenrecht, tot dezelfde (wettelijke) categorie behoorde als je keukentafel. Geheel absurd? Ja, dat klopt!
De wetgever heeft dit dan ook aangepast. Hij erkent dat je hond, net als zijn baasje, gevoelens en noden heeft en daarom te onderscheiden is van je keukentafel. De categorie van de “Dieren” is geboren, naast deze van de “Voorwerpen” en de “Personen”.
Maar… is je hond nu beter af? Hij wordt dan wel niet langer gelijk gesteld met een tafel, maar de regels die gelden voor de koop, verkoop, schenking, … van de tafel zijn nog altijd op hem van toepassing (weliswaar rekening houdend met de wetgeving rond dierenwelzijn). In de praktijk verandert er voor je hond dus niets. Alle regels die op hem van toepassing waren vóór 1 september zijn vandaag nog steeds op hem van toepassing.
De nieuwe wetgeving heeft voor dieren (voorlopig) enkel een symbolische waarde. Nu dieren officieel gevoelens en noden hebben in het goederenrecht leeft de hoop wel dat dit zal worden opgepikt via rechtspraak en / of andere (regionale) wetgeving.
Denk bijvoorbeeld aan de verkoop van dieren na faillissement van een dierenkweker. In principe primeren hier enkel de economische belangen. Ook de omstandigheden van de verkoop zijn niet de hoogste prioriteit. Op basis van de nieuwe wetgeving zouden rechters verplichtingen kunnen opleggen om dergelijke faillissementen dragelijker te maken voor dieren.
Ook in de private levenssfeer kan de symbolische waarde van de wet rechters ondersteunen om voluit voor het belang van het dier te gaan. Wanneer de baasjes van een hond gaan scheiden bijvoorbeeld kan de rechter er voor kiezen om een “bezoekrecht” of een “hoederecht” uit te werken dat is afgestemd op de noden van de hond.
Mogelijks kan de wet dus toch beterschap brengen in het leven van je huisdieren. De toekomst zal het uitwijzen.
Gevonden? Gezocht? Gewacht? Gewonnen?
Mag je een horloge dat je vindt in het park zomaar houden? Maakt het een verschil als je dit horloge vindt in je eigen voortuin? Geen idee? Je bent ongetwijfeld niet alleen. Onder de oude regelgeving was het voor de eerlijke vinder niet altijd gemakkelijk om zijn rechten te kennen. De wetgever heeft daarom de wetgeving vereenvoudigd.
Vond je het horloge in het park? Dan moest je, volgens de oude regels, dit horloge afgeven bij de gemeente. Als de werkelijke eigenaar van het horloge na zes maanden niet kwam opdagen, werd de gemeente hiervan eigenaar. De vinder kon nooit eigenaar worden.
Vond je het horloge in je voortuin? Dan golden er geen bijzondere regels. Je moest het dus niet aangeven en je kon het goed behouden. De oorspronkelijke eigenaar had wel drie jaar de tijd om zijn horloge terug te vragen.
De nieuwe regelgeving maakt een einde aan deze opsplitsing. Het park of je voortuin? Het maakt niet meer uit waar je het horloge vindt. De regels zijn vanaf nu dezelfde.
Het uitgangspunt is eenvoudig: je moet proberen om de eigenaar van het horloge terug te vinden. Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling dat je hemel en aarde verzet om hem op het spoor te komen. Je pogingen moeten kaderen binnen de grenzen van het redelijke. Wat al dan niet “redelijk” is zal ongetwijfeld verder verfijnd worden in de rechtspraak.
Kan je de eigenaar van het horloge niet vinden binnen de zeven dagen, dan moet je aangifte doen van je vondst bij de gemeente. Laat je het horloge liever niet achter bij de gemeente, maar houd je het graag zelf bij? Dat kan! Vanzelfsprekend moet je dan wel zorg dragen voor het horloge. Je bent er immers (nog) geen eigenaar van.
Moest je dit willen, mag je na zes maanden het horloge verkopen. Onthoud ook hier dat je (nog) geen eigenaar bent. Geef je opbrengsten dus niet direct uit.
De eigenaar van het horloge heeft vijf jaar tijd om zijn goed of je opbrengst bij jou te komen halen. Als hij dat doet, is hij je wel een redelijke beloning verschuldigd. Ook zal hij eventuele kosten die je hebt gemaakt, bijvoorbeeld, om hem op te sporen, moeten vergoeden. Ook hier geldt het redelijkheidsbeginsel. Buitensporige kosten die je maakte, zal de eigenaar niet moeten betalen.
Is de oorspronkelijke eigenaar van het horloge na vijf jaar nog steeds niet komen opdagen, dan is het officieel van jou.
Referentie: Nieuwsbrief Euromex – 02/09/2021
Recente reacties